Afgelopen zondag was de marathon van Berlijn. De winnaar was Eliud Kipchoge. Dat deed me weer denken aan zijn inspirerende recordpoging van enkele maanden geleden!

Zaterdag 6 mei 2017 was ik in alle vroegte aan “de buis” gekluisterd. Zojuist was de Nike Breaking2 Event gestart. Een poging van drie, na een intensieve testperiode geselecteerde marathonlopers om de marathonafstand van 42.195 meter af te leggen in minder dan 2 uur. Het wereldrecord stond op 2:02:57, er zou dus drie minuten af moeten. Een officieel wereldrecord zou deze poging nooit kunnen worden. Een voorwaarde is namelijk dat dit record moet worden gelopen op een straatparcours en de poging vond plaats op het racecircuit van Monza. Echter, deze poging zou wel kunnen leiden tot het doorbreken van een ”eeuwen oude” barrière.

De race op deze vroege ochtend was het sluitstuk van een voorbereidingsperiode van enkele jaren, die Nike en partners in onder meer de voedingsindustrie hebben doorlopen. De apotheose van een trainingsperiode van 8 maanden van de drie atleten. Uiteindelijk slaagde de recordpoging…niet. Eliud Kipchoge had 25 seconden langer nodig dan 1:59:59. 25 seconden! Als hij elke kilometer een halve seconde sneller had gelopen, dan had hij het gered. En toch maakte zich een euforisch gevoel van mij meester. Diep respect voor de drie gladiatoren. Maar om met Mart Smeets te spreken: voor het hele team –lopers, hazen, organisatie, sponsoren, techneuten- neem ik mijn hoed af. Want dit hele team heeft met elkaar laten zien aan de (loop)wereld dat onbreekbaar geachte grenzen dichterbij kunnen zijn dan je denkt.

Een barrière doorbroken en een stimulans gecreëerd om het doel in de nabije toekomst zeker te halen.

Direct legde ik ook de relatie tussen deze recordpoging en mijn dagelijkse werkpraktijk. Het werken in een projectteam kent vele overeenkomsten met die recordpoging op 6 mei. Allereerst formuleerde Nike, al dan niet als een marketingstunt, een doel dat het bedrijf graag wilde bereiken. Een doel waar mensen zich mee kunnen identificeren en zich achter kunnen scharen.

Vervolgens vindt er een strenge selectie plaats van de toplopers, maar ook de hazen. Die laatste groep is niet onbelangrijk: houdt de recordbrekers uit de wind, bepaalt het constante tempo, is het steuntje in de rug als dat nodig is. Herkennen we deze diesels ook niet in onze eigen teams? Zij vormen de ruggegraat van de organisatie.

Dan volgt een intensieve periode om het uiteindelijke werk voor te bereiden. Het team gaat, zowel vanuit de eigen discipline als integraal op zoek gaat naar optimalisaties en de beste omstandigheden. En dan komt de dag van de loop, of het begin van een uitvoeringsproject. Uiteindelijk komt het daar toch gewoon op aan: beginnen als de voorbereidingen gereed zijn en de omstandigheden goed. Om met Kipchoge te spreken: “when they tell me to run, I run”. Hij vertrouwt op de deskundigheid van het team en voert de taak waar hij voor besteld is zo goed mogelijk uit.

Hoewel het in een bouwproject nou niet zo handig is als je het gestelde doel niet haalt (ervan uitgaande dat dit een goede oplevering is), beschouw ik het níet halen van het doel van onder de twee uur eigenlijk als een voordeel. Nu zijn anderen tot op het bot gemotiveerd om het wél te halen. Kipchoge en Nike hebben laten zien dat het binnen handbereik is. En ook hier ligt weer een parallel met mijn eigen vakgebied: als je een ambitieus en aansprekend doel stelt, waarbij de denkbeeldige finish een stuk verder ligt dan je team tot nu toe bereikte en ze halen het nét niet…vier dit dan! Een barrière doorbroken en een stimulans gecreëerd om het doel in de nabije toekomst zeker te halen.

Ik hou de inspiratie van Kipchoge en Nike in ieder geval vast, zowel in mijn werk als bij de trainingskilometers op weg naar de marathon van Lissabon. Met het doel van 3:24 voor ogen!